Hart bij het onderwijs
Leon Meijs werkt aan een aantal onderwerpen op het gebied van veiligheid zoals polarisatie, radicalisering, extremisme, ondermijning en jeugdcriminaliteit. “Dat doe ik voor politie, gemeenten, gevangenissen en in het onderwijs. Mijn doel is om problemen te voorkomen door vroeg-signalering. De paniek slaat toe als er weer een steekincident is. Dan komen we met z’n allen in actie. Maar diezelfde dader zit ergens op school. Docenten volgen de ontwikkeling van zo’n kind. Waarom worden we pas wakker als het fout gaat? Daarom ligt mijn hart bij het onderwijs. De beste plek voor de aanpak van deze vraagstukken ligt bij scholen. Daar bereik je het grootste effect.”
Leon Meijs: “We moeten ervoor zorgen dat jongeren zich ontwikkelen tot burgers die weten hoe je moet samenleven in ons land.” (eigen foto).
WIJschool
“Wij begeleiden scholen waarbij we kijken naar democratische cultuur, participatie en de ontwikkeling van de identiteit van leerlingen. Dat zijn grote thema’s. Scholen zullen meer moeten investeren in de vorming van jonge mensen. Hun leven wordt namelijk niet alleen gestuurd door de ouders, maar ook door online platforms. Daar komen ze in een bubbel terecht, met veel informatie. We hebben een pilot die we ‘WIJschool’ noemen. We bieden maatwerk, op basis van wat we zien. Hiervoor hebben we een ondersteuningstool ontwikkeld die de ontwikkeling van een klas en individuele ontwikkeling in beeld brengt. Een slim systeem waarbij je het eerste gevoel en het eerste signaal inbrengt in een ICT-systeem. Stel je ziet dat leerlingen ook in de klas elkaar discrimineren en uitsluiten op basis van bijvoorbeeld huidskleur of geloof. De klas is de samenleving in het klein dus dan wil je hier werken aan samenleven, kunnen omgaan met verschillen. Mogelijk zie je ook soms signalen die kunnen wijzen op criminaliteit. Een jongere loopt in hele dure kleiding die hij zich vanuit thuis niet kan permitteren en heeft bovendien twee mobiele telefoons? Samen met twee criminologen heb ik veel onderzoek gedaan naar de signalen die we letterlijk tegenkomen en naar de interventies die daarbij kunnen ondersteunen. Ons system brengt zo signalen in beeld en koppelt deze aan mogelijke vraagstukken die hierbij kunnen spelen. In het laatste voorbeeld krijgt je vanuit het systeem tien lessen voorgesteld die gaan over preventie van criminaliteit. Kant en klare lessen voor docenten. Inclusief allerlei oefenstof en aantrekkelijke filmpjes. Hiermee bouw je dan aan weerstand bij jongeren.”
Achter het ICT-systeem zit dus een grote databank met interventies. Dat wordt gekoppeld aan wat je invult. Zo kan je heel gericht werken, met de klas en met individuele leerlingen. Na een jaar intensief met het systeem te werken en gebruik te maken van onze ondersteuning, krijgt de school een keurmerk waarmee ze laten zien aan de omgeving en de ouders: de kinderen zijn hier goed ondergebracht.”
Drillscene
In Haarlemmermeer groeit het aantal incidenten met steekwapens. Het komt voor in alle lagen van de samenleving, ook bij hoogopgeleide gezinnen. Hoe verklaart Meijs dat? “Dat heeft te maken met de enorme onlinecultuur. Jongeren vinden het stoer en een enkeling komt in dit milieu terecht. We zien al veel langer verharding van de straatcultuur in Nederland. In allerlei wijken zijn groepen waar we zorgen over hebben. Daarbij komt de golf vanuit LA en Engeland van de drillscene, met rapmuziek waarin teksten vooral gericht zijn op vechten en wraak nemen. Dat heeft ervoor gezorgd dat het niet alleen een probleem in Amsterdam is, maar ook in Haarlemmermeer. Wie gidst deze jonge mensen? De gemiddelde docent wil niets te maken hebben met geweld en kent deze wereld ook niet. Als niemand er over praat vindt de opvoeding plaats in de scene waarin je zit. De binding met die groep wordt groter. De groepen staan vaak tegenover elkaar. Als jongeren met een mes lopen en dan ruzie krijgen, dan is de stap naar het gebruik van dit mes heel klein. Het baart me zorgen dat dit gedrag breed verspreid is. Steeds meer jongeren vinden dat ze een mes moeten dragen. Het is een wapenwedloop. Gecombineerd met elkaar uitdagen, escaleert het bij jongeren waar je het niet van verwacht.”
YouChoose
De campagne YouChoose in Haarlemmermeer draait om bewustwording bij ouders en jongeren en het stimuleren van skills en talenten. Helpt zo’n campagne in de strijd tegen steekwapens? “Alles wat we kunnen doen is natuurlijk goed. Maar we hebben geleerd van andere vraagstukken, van radicaliseren. Alleen bewustwording en informeren zorgt niet voor verandering. Het is een kwestie van bewustzijn, ook bij de professionals. Als professionals met jongeren aan bewustwording werken, moet je wel wat kunnen bieden. Bijvoorbeeld werken aan vaardigheden en alternatieve ambities voor de toekomst ontwikkelen. Dit is voor professionals een nieuwe thema. Ze zijn hierin niet opgeleid. Dat is de zachte kant die nodig is, de social skills: hoe kijk je naar jezelf, vertrouwen naar de toekomst, motivatie. Ik mis het veel harder optreden tegen de criminele kant van dit vraagstuk. Als we dat niet aanpakken, blijft de verleiding trekken. Dat zien we bij jonge criminelen. Misschien denkt zo’n jongen op basis van een heftige gebeurtenis die hij heeft meegemaakt: ‘Dit wil ik niet.’ Maar de criminele vrienden blijven in de omgeving. Ze blijven aan je trekken en dat maakt het heel lastig om uit deze scene te komen. Daar moeten we tegen optreden. Anders is het dweilen met de kraan open.”
Het tij keren
Leon Meijs is niet optimistisch: “De aanpak die we nu hanteren voor dit probleem zorgt niet voor echte verandering. We bestrijden symptomen. Zo is het tij niet te keren. Wat we lezen zijn de successen: er is een drugslab opgerold, er zijn tonnen cocaïne onderschept in de haven. We zien dat de aanwezigheid van een ondermijningsindustrie met een omzet van 20 miljard per jaar heel veel jonge mensen nodig heeft voor allerlei klusjes. Van planten toppen in de hennepteelt tot het laten rondbrengen van drugspakketjes. De verleiding om in criminaliteit verzeild te raken wordt iedere dag groter voor bepaalde groepen jongeren. Dat drugslab is het symbool van een haast onbeheersbare criminele wereld. Dat is het topje van de ijsberg. Ik vraag me af: ‘waar gaat deze samenleving heen?’”
Symptoombestrijding
Ook een messen-inleveractie vindt Meijs belangrijk. “Maar het blijft symptoombestrijding, het is goed voor de politiek. Op scholen wordt er bijvoorbeeld niets gedaan ter voorbereiding op deze inleveractie. Dus dit is weer een losstaande goedbedoelde actie. Inmiddels willen de scholen er niet over praten, omdat ze ver weg willen blijven van geweld. Wat mij energie geeft is dat iedere professional hetzelfde urgentiegevoel heeft voor jongeren. Dat zijn de toppers die echt het verschil maken onder professionals. We kennen allemaal de voorbeelden hoe een individuele professional het verschil kan maken door het gesprek aan te gaan en dat te blijven doen. Tijd, aandacht, kennis van wat er aan de hand is en een goed hart.”
De expert: “Bewustzijn creëren dat een mes geen veiligheid biedt doen we pas als we stoppen met alle projecten. Als we één ding geleerd hebben is het dat projecten niet werken. We doen een tijdje een project en stoppen er dan mee. We moeten ervoor gaan zorgen dat jonge mensen zich ontwikkelen tot burgers die weerstand kunnen bieden aan allerlei verleidingen en foute keuzes, die geloven in eigen kracht en om kunnen gaan met de frustraties die ze oplopen in het volwassen worden, die met conflicten om kunnen gaan en die hun geloof niet verliezen in een toekomst. Kortom: weten hoe je moet samenleven in ons land. Daar moeten we over praten, de scholen voorop, en natuurlijk ouders en het jeugdwerk in de wijk. Overigens betekent dit ook dat we deze jonge mensen iets te bieden moeten hebben in onze samenleving. We kunnen ongelijkheid niet met gelijkheid oplossen. Dus we zullen echt extra moeten willen investeren in die groepen die op achterstand staan. Anders verliezen deze jongeren definitief hun geloof in onze samenleving en dan worden foute keuzes steeds logischer en verleidelijker. De wereld verandert. We lossen nieuwe vragen van deze tijd niet op met oud denken, een oude manier van organiseren, oude interventieachtige dingen. Het moet echt anders willen we ervoor zorgen dat jongeren niet nog meer nog verzeild raken in een wereld met geweld en criminaliteit.”